Samantha Dinsbach, hoofd GGD GHOR Twente, directeur Publieke Gezondheid
‘We moeten erkennen dat er een groep is waarbij we niet zo goed weten hoe we ze het beste kunnen helpen. Hoe we kunnen zorgen dat ze iets minder lijden in het leven. Het zijn de mensen met onbegrepen gedrag, de psychisch kwetsbaren. Het zijn soms ook mensen waar we als samenleving last van hebben. Of personen die zelf ongelukkig zijn en zelfs suïcide willen plegen. Maar het zijn net als wij mensen.
Wat je ziet is dat de bandbreedte van wat we als ‘normaal’ zien steeds verder versmald is. Als samenleving denken we dat alles maakbaar is. Terwijl niet alles in het leven te begrijpen en te verhelpen valt. Wat mij betreft gaan we die bandbreedte weer breder maken en krijgen we weer coulance als het gaat om ‘anders’ zijn.
Ook denk ik dat we in het geval van deze cliënten nieuwe samenwerkingen zullen moeten aangaan en nog vaker met ervaringsdeskundigen zullen moeten gaan werken. Wij blijven altijd degenen die hulp aanbieden aan mensen. Zij voelen mogelijk al dat ze in het verdomhoekje zitten en ze gaan zichzelf vaak uitleggen of verantwoorden. Dat is niet gelijkwaardig. Een ervaringsdeskundige kan dan een brugfunctie vervullen. Die spreekt dezelfde taal en is minder bedreigend. Als hulpverlener kunnen we vervolgens naast iemand gaan staan.
Dat vergt ook iets van ons wanneer we samenwerken. We zullen moeten blijven praten zodat we goed voorbereid zijn in een crisissituatie. Dan voelt iedereen al genoeg druk en moet je soms ineens een gesprek hebben met elkaar. In Twente werken we al samen, maar gaat het veel over de AVG. Die belemmert ons. Instanties en hulpverleners weten elkaar wel te vinden, maar daarin hebben we nog een gezamenlijke uitdaging, om nog beter met elkaar te kunnen zien en vast te stellen waar het schuurt.’