“Erop vertrouwen en erin geloven dat alle mensen ertoe in staat zijn om een positieve bijdrage te leveren aan onze samenleving.”
In ‘De Kern’ is een serie waarin deelnemers van het kernteam waardenetwerk Zorg en Veiligheid hun visie en mening geven over stellingen en thema’s van zorg en veiligheid. Wat beweegt mensen om deel te nemen aan het kernteam van het waardenetwerk? Wat zouden zij anders zien? En hoe kijken zij naar de toekomst? Laat je inspireren!
Tinie Hendriks, directeur bedrijfsvoering bij Transfore, Stichting Transfore forensische ggz, onderdeel van Dimence Groep
Ik zit in het kernteam vanuit het perspectief van de zorgaanbieders. Voor ons is het heel belangrijk dat patiënten goede zorg krijgen op de juiste plek. Wij werken juist met aandacht voor het perspectief van de patiënten zelf, zodat die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving terwijl die samenleving ook veilig blijft.
We werken met mensen die grensoverschrijdend gedrag vertonen en daarvoor behandeld worden. Het doel is dat het delictgedrag stopt of beheersbaar wordt. Het is belangrijk dat zij zelf verantwoordelijk worden en begrijpen welke risico’s er zijn. En in gaan zien hoe ze kunnen voorkomen dat ze in de verleiding komen om grensoverschrijdend gedrag te gaan vertonen.
Voor mij was de belangrijkste reden om me aan te sluiten dat je dit niet alleen kunt. We willen zorgen voor een fijne en veilige samenleving en goede zorg bieden aan patiënten. Daarvoor moet je samen optrekken. Met de patiënten, hun naasten maar ook met organisaties, gemeenten en forensisch deskundigen. Door krachten te bundelen verbeter je niet alleen de zorg, je verandert ook de manier waarop we naar deze mensen kijken.
Iemand kan grensoverschrijdend gedrag vertonen, maar is ook mens en heeft kwaliteiten. Problemen van anderen lijken soms ver van ons af te staan, tot je zelf een kind hebt met psychiatrische problemen. Of het treft iemand in je familie of buurt. Het zijn mensen, die in hun geval grote uitdagingen voor hun kiezen krijgen. Soms doen ze dingen die niet kunnen en dan moeten we dat aanpakken. Maar uitstoting is geen oplossing. We moeten juist met ze in contact blijven. Erop vertrouwen en erin geloven dat alle mensen ertoe in staat zijn om een positieve bijdrage te leveren aan onze samenleving.
Aan onze ambitie (veilige en inclusieve samenleving) werken met en voor deze doelgroep betekent voor mij dat mensen zelf gehoord worden en betrokken zijn bij de oplossingen. Daar zijn een aantal goede voorbeelden van. Als je kijkt naar jeugdparticipatie bijvoorbeeld. Jongeren die meepraten over armoedebeleid of zorg. Er zijn zoveel beleidsterreinen waar van alles bedacht wordt voor ze maar waar ze niet zelf bij betrokken worden. Met het waardenetwerk willen we dat degenen over wie dit gaat betrokken worden en onderdeel vormen van de oplossing.
Je ziet die beweging gelukkig ook breder in de ggz ontstaan, zoals bij de inzet van ervaringsdeskundigen en ervaringsdeskundige professionals. Maar dat is nog lang niet overal goed verankerd.
Er ligt nog een uitdaging (uitdagingen) in de regionale samenwerking als het gaat om de cultuur van samenwerking in de regio’s. Bijvoorbeeld tussen de forensische ggz, de reguliere ggz, het sociaal domein, de gemeenten. In Overijssel en Oost-Nederland bestaan al best goede netwerken. Daardoor kun je met elkaar goede zorg ontwikkelen. Een voorbeeld daarvan is de samenwerking met de Zorg- en Veiligheidshuizen. Instellingen en bestuurders delen informatie met elkaar omdat we weten: je kunt het niet alleen. Bij ons zit het echt in het DNA, en dat is helaas nog niet in alle regio’s het geval.
Het gaat in de regionale samenwerking al goed als je kijkt naar de levensloop aanpak die we met elkaar georganiseerd hebben. We hadden een stuurgroep en deze werkwijze is nu ingebed in de reguliere structuren waar ook gemeenten, burgemeesters en wethouders zich verantwoordelijk voor voelen. Daardoor kwam het van de grond. Samen met zorgaanbieders. Daar is wel een prospectieve risico analyse aan vooraf gegaan. Daar kwam uit dat, als er problemen waren, we de neiging hadden om die over de schutting te gooien. Zo van, laten zij het maar oplossen. Dat hebben we op tafel gelegd. Natuurlijk heb je weleens de neiging om met de vinger naar elkaar te wijzen als er iets misgaat. Maar dan kun je nu wel zeggen: hier hebben we afspraken over gemaakt.
In het realiseren van een inclusieve en veilige samenleving voor deze doelgroep moeten alle partijen nog groeien op het gebied van uitsluiting. En dat voorkomen. Op het moment dat je het probleem gaat behandelen, wanneer het grensoverschrijdend gedrag al heeft plaatsgevonden, dan kom je snel uit bij die uitstotingsmechanismen.
We weten dat er factoren zijn die een belangrijke invloed hebben op het ontwikkelen van dit soort gedrag. Dat gaat over armoede, schulden, over een achterstand met betrekking tot onderwijs. We moeten oog houden voor hoe problemen ontstaan. Wat maakt dat er zoveel ongelijkheid is in de samenleving? Daarin denk ik dat we nog wel werk te doen hebben in heel Nederland als het gaat om goede verbindingen tussen de verschillende domeinen.
Het kernteam is pas succesvol wanneer er nog betere samenwerkingsverbanden komen op het thema zorg en veiligheid. Dat we ook met elkaar verwoorden wat we daaronder verstaan. Daarbij is die cultuurverandering belangrijk en dat gaat in kleine stapjes. Nu zijn we bijvoorbeeld bezig met de werkgroep over langdurend klinisch wonen, een voorziening waar mensen zonder strafrechtelijke titel langere tijd kunnen verblijven. Het is een kleine groep die zo’n ernstige problematiek heeft en die door het hele zorgdomein zwerft en overal uitgestoten wordt. Het zou fijn zijn als er voor deze mensen beveiligde voorzieningen komen waar ze behandeld worden en waar er geen eisen meer aan ze gesteld worden. Dan is het voor deze mensen zelf veilig en ook voor anderen.
Als het aan mij ligt dan (toekomst) krijgen we in Nederland een cultuur waarin we er allemaal van overtuigd zijn dat alle mensen een positieve bijdrage aan de samenleving kunnen leveren. Ook forensische patiënten, mensen met ernstige verstandelijke beperkingen, of verslavingsproblemen. Dat de uitstoting veel minder wordt en op termijn ophoudt. Dat is een van mijn drijfveren. Ik hou van complexiteit. En ik vind het belangrijk dat we een samenleving krijgen waarin iedereen ertoe doet.