Het Integraal Zorgakkoord (IZA) heeft als doel om de zorg goed, betaalbaar en toegankelijk te houden. Speerpunten voor de ggz zijn het opzetten van het verkennend gesprek en de mentale gezondheidsnetwerken, het beschikbaar houden van de cruciale ggz, het terugbrengen van de wachttijden, het aantrekkelijk maken van werken in de zorg en de digitalisering van zorg.
De regioverhalen bieden inspiratie voor professionals die betrokken zijn bij de uitvoering van het IZA. Dit keer staat de schijnwerper op Drenthe. Daar werkt GGZ Drenthe samen met IZA-partners en inwoners in de beweging Gezonde Marke. Vanuit die samenwerking is de Gezonde Marke Werkagenda opgesteld. Mentale gezondheid is één van de onderwerpen in de werkagenda.
‘Als je kijkt naar het regiobeeld dan zie je dat Drenthe het op alles net iets minder goed doet dan de rest van Nederland. Net iets meer crisis, net iets meer mensen in zorg bij de ggz, net iets langere wachtlijsten in de ggz. We staan voor een opgave die enorm groot is’, begint Erik Mulder het gesprek. Erik is directeur zorg bij GGZ Drenthe. Samen met Nelleke Vedelaar, directeur van de GGD en Rieja Raven is hij het bestuurlijk team dat zich bezighoudt met mentale gezondheid in Drenthe. Rieja Raven is wethouder in Midden Drenthe, een plattelandsgemeente met 35.000 inwoners. In haar portefeuille heeft zij zorg en welzijn, onderwijs, jeugd, cultuur, wonen en financiën.
Erik Mulder
Directeur zorg bij GGZ Drenthe
Rieja: ‘De demografische ontwikkeling in Drenthe gaat hard op weg naar vergrijzing met een piek rond 2040. Die ontwikkeling heeft ook voor de arbeidsmarkt gevolgen. In Drenthe, meer nog dan op andere plekken, moet straks het werk met relatief weinig mensen gedaan worden. Terwijl er veel zorgvraag is. We zullen de beschikbare handen moeten verdelen over de verschillende sectoren in de zorg. Daarnaast hebben we een relatief grote provincie met 500.000 inwoners. De afstanden zijn groot, dus de bereikbaarheid van zorg is ook een aandachtspunt.’
Programma Optimaal Leven geeft mensen eigen regie
Met dit vergrijzingsperspectief voor ogen is de samenwerking in Drenthe al voor het IZA gestart. Daaruit zijn mooie projecten ontstaan, zoals bijvoorbeeld Optimaal Leven. Een programma waarin zorginstellingen, huisartsen, zorgverzekeraars en gemeenten in teams samenwerken in de zorg rondom mensen met langdurige psychiatrische problemen. Binnen Optimaal Leven kijkt één team samen met de cliënt naar wat die nodig heeft om een betere kwaliteit van leven te ervaren. Het belang van de cliënt staat voorop. Voor dit programma is een snelle toets ingediend om deze aanpak over de hele provincie uit te rollen.
Rieja Raven
Wethouder gemeente Midden Drenthe
Fotograaf: Marcel J de Jong
In deze video zie je wat Optimaal Leven betekent voor cliënten.
‘Er zijn nu 4 teams, verspreid over de provincie’, vertelt Erik enthousiast over Optimaal Leven. ‘Ze zijn allemaal een beetje anders en hebben hun eigen accenten omdat de buurt of het dorp waar ze werken, anders is. Maar je ziet wel overal hetzelfde effect. Namelijk dat patiënten zich serieus genomen voelen. Eigen regie ervaren. En dat daarom hun herstel beter gaat. Je ziet ook dat de collega’s die de begeleiding doen in deze teams ongeveer evenveel werk blijven doen. Maar de ggz-collega’s krijgen minder werk’.
‘De werkwijze van Optimaal Leven is een mooi voorbeeld van hoe je versnippering kunt voorkomen,’ vult Rieja aan. ‘En je ziet ook dat zorgprofessionals en de mensen vanuit de gemeente en vanuit welzijnsorganisaties elkaar beter leren kennen. Dat is waardevol. Want als je elkaar kent, benader je elkaar sneller, er ontstaat een netwerk. Optimaal Leven legt verbindingen die je kunt gebruiken voor andere onderdelen van je werk’.
Het ontbreekt aan structureel geld om die preventie goed te gaan organiseren
Voor succesvol samenwerken is een goede onderlinge relatie belangrijk. Rieja: ‘Dat hebben we goed voor elkaar in Drenthe. We begrijpen elkaar, bellen elkaar als het nodig is en we durven elkaar ook aan te spreken als dat moet. In de kerngroep waarin Erik en ik zitten, hebben we best wel eens stevige discussies. Bijvoorbeeld met de zorgverzekeraar. Als wij echt de beweging willen maken van zorg naar gezondheid, moeten we dan niet veel meer op een structuurverandering inzetten? Want nu proberen we alles te veranderen binnen de oude structuur. Dus preventie ligt op het op het bordje van de gemeente. Wij moeten zorgen dat er minder zorgkosten komen maar die lagere zorgkosten komen ten goede aan de zorgverzekeraar. Begrijp me goed, wij willen als gemeente heel graag gezonde en gelukkige inwoners en daar werken we graag aan mee. Maar je moet wel handelingsruimte hebben, om dat te kúnnen doen. En op dit moment hebben wij als gemeente geen structureel geld om die preventie goed te gaan organiseren’.
Laat ons maar proeftuin zijn voor Nederland
‘Wij zouden best proeftuin willen zijn voor Nederland op dit onderwerp’, vervolgt Erik het gesprek. We zijn hartstikke overzichtelijk met 500.000 inwoners. We kunnen het goed met elkaar vinden als het gaat om organiseren van zorg, welzijn en wat aan de voorkant gebeurt. Nou laat ons maar proeftuin zijn. Laat ons maar schuiven met die budgetten en kijken wat daar uit komt’. Rieja: ‘Zolang we in de klem blijven van we hebben alleen budget voor geïndiceerde, individuele zorg, dan sla je alle creativiteit eruit. Er zijn geweldige voorbeelden bij ons in Drenthe, bijvoorbeeld in het dorp Witteveen. Daar hebben ze het project Naoberkracht. Een duo uit het dorp heeft de taak om verbindingen te leggen. Die twee mensen gaan langs bij mensen met problemen en zoeken daar vrijwilligers bij die iets voor die persoon kunnen doen. Dus zij kennen het hele dorp. Zo ontstaat een netwerk van informele zorg. Het duo legt ook verbindingen naar de formele zorg. Ik weet zeker dat dit zorgkosten uitspaart. Maar kan ik dat bewijzen? Nee. Dit soort projecten komen bij mij vragen om budget. Zoiets kost per jaar dan 20.000 of 30.000 euro. Dan schaam ik me bijna dat we daarover na moeten denken. Wij moeten zorgen dat we aansluiten bij de energie van die gemeenschappen, zodat zij de ruimte hebben om te doen waar ze goed in zijn. En de andere kant heb je de wijken en de dorpen die die het niet zelf redden. Ook daarin moeten we als gemeente financiële speelruimte hebben om te ondersteunen’.
Er moet iets gebeuren op plekken waar de ggz niet zit
Rieja en Erik zijn blij dat het IZA wordt verlengd en uitgebreid met welzijn. ‘Het IZA geeft wel echt richting’, vertelt Erik. ‘En besef aan de ggz kant, dat de oplossing voor de wachttijden, de oplossing voor toegankelijkheid voor zorg, maar voor een deel in de organisatie van de ggz zelf zit, maar zeker ook vóór de ggz, in het sociaal domein. Dat heeft ook beweging gegeven in hoe je met elkaar praat en hoe je inzet op wat belangrijk is. Als die dorpsgemeenschappen en die werkgemeenschappen moeten gaan floreren en ook onze mensen met een psychiatrische problematiek willen opnemen, dan zal daar kennis moeten zijn. Dan moeten mensen laagdrempelig kunnen consulteren bij de ggz, dan moeten er samenwerkingsverbanden ontstaan. Het IZA heeft echt geholpen, in het besef, er moet iets gebeuren op plekken waar wij als ggz niet zitten’.
Drentse droom in 2040 10 gezonde levensjaren erbij
Maar er zijn ook zorgen over de richting die het kabinet in het hoofdlijnenakkoord inslaat. Rieja: ‘Als gemeente zouden we heel graag de opdracht aan de welzijnsstichting willen verruimen om te zorgen dat zij kunnen doen waar ze goed in zijn. Ik zou meer willen investeren in het opbouwwerk, zorgen dat we de dorpen helpen om inloopvoorzieningen te creëren, enzovoorts. Maar zolang we geen perspectief hebben dat daar structureel geld voor beschikbaar is, kunnen we niet dat hele systeem veranderen. Want als we dan in 2026 tegen de welzijnsstichting moet zeggen dat het ophoudt. Die verantwoordelijkheid gaan wij als gemeente niet nemen. We hebben meer ruimte nodig om preventie goed vorm te geven. Maar de budgetten zijn er allemaal uit gestreept in het hoofdlijnenakkoord, dus ik weet nu niet hoe dat moet’. Erik: ‘Je ziet die verschuiving ook als het gaat over de halvering van het eigen risico. De beweging is weer richting zorg. Terwijl we met het IZA juist de andere kant op bewegen, zorg voorkómen. Maar in Drenthe gaan we gewoon door. Dan doe je wat je wel kunt doen, alleen langzamer. De Drentse droom van in 2040 10 gezonde levensjaren erbij, die snapt iedereen, van bestuurders tot uitvoerders. Dat hebben we gewoon te doen met elkaar.’
Oproep VNG-bestuur om IZA-gesprekken te stoppen
Het VNG-bestuur heeft begin november een resolutie opgesteld om te stoppen met het IZA: ‘Doorgaan onder de huidige condities is niet realistisch.’ De resolutie wordt op de ledenvergadering van 29 november in stemming gebracht. Voor wethouder Rieja Raven verandert dat niets aan haar uitspraken in dit interview: ‘Als gemeenten staan we achter de beweging die IZA beoogt en we leveren graag een bijdrage. Maar daar hoort wel duurzame financiering bij, zoals ik in het interview al heb uitgesproken.’
De Nederlandse ggz is bezorgd over de oproep van de VNG om te stoppen met het IZA. Voorzitter Ruth Peetoom: ‘Zo’n beslissing heeft grote gevolgen voor afspraken die gemaakt zijn om adequate zorg te bieden aan kwetsbare mensen in een vroeg stadium. Dat is nodig om de geestelijke gezondheidszorg toegankelijk en betaalbaar te houden’. De Nederlandse ggz ondersteunt de VNG in haar oproep aan het kabinet om te investeren in de verdere realisatie van concrete IZA-afspraken. Het is belangrijk dat het kabinet en de gemeenten snel tot afspraken komen.
Over GGZ Drenthe
GGZ Drenthe is kerninstelling en biedt gespecialiseerde, multidisciplinaire behandeling bij ernstige, complexe psychische problemen. Van de crisiszorg tot ambulant. Sociaaleconomisch is de provincie Drenthe grofweg onder te verdelen in twee gebieden: het Veen en het Zand. Het Veen ligt met name aan de oostkant en is van oudsher het gebied waar de veenarbeiders woonden. Het Veen kent nog steeds sociale achterstanden. Het Zand is de kant van Assen en Beilen, samen met het noorden en het zuidwesten. Drenthe heeft een demografische ontwikkeling die toegaat naar vergrijzing met piek rond 2040 en daarna. De samenwerking rondom het IZA vindt plaats binnen de beweging Gezonde Marke. Belangrijkste thema’s zijn mentale gezondheid, vitale ouderen, kwetsbare inwoners, toegankelijkheid van zorg, leefstijl en arbeidsmarkt.