Carolien van Bracht
Programmamanager IZA bij GGZ Oost Brabant
Verhalen uit de regio bieden inspiratie bij de uitvoering van het IZA
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) heeft als doel om de zorg voor de toekomst goed, betaalbaar en toegankelijk te houden. Speerpunten voor de ggz zijn daarbij het verkennend gesprek/mentale gezondheidscentra, cruciale ggz-zorg beschikbaar houden, wachttijden terugbrengen, arbeidsmarkt en digitalisering van zorg. De regioverhalen bieden inspiratie bij de uitvoering van het IZA. Dit keer staat de schijnwerper op Oost Brabant, een regio met een rijke historie als netwerkspeler.
‘Oost-Brabant ziet zich als netwerkspeler die partners in de regio versterkt met specialistische kennis over de behandeling en begeleiding van mensen met mentale kwetsbaarheid. Samen met andere zorg- en welzijnsorganisaties voelen we dat we elkaar nodig hebben om de zorg goed en toegankelijk te houden.’ Aan het woord is Carolien van Bracht, programmamanager IZA bij GGZ Oost Brabant ‘Regionale samenwerking met zorg- en welzijnsorganisaties en huisartsenverenigingen was er voor het IZA al in de regio’s waar GGZ Oost Brabant werkzaam is. Er lag dus al een fundament, met het IZA krijgt dit een extra boost. Het IZA werkt als een katalysator om op bepaalde plekken te versnellen, focus te houden en om bepaalde projecten uit te breiden of door te ontwikkelen.’
‘Het vormen van een netwerk is belangrijk tussen organisaties onderling en heeft ook positieve gevolgen voor de cliënt, want daarmee kan ook rond de cliënt een eigen netwerk van hulp worden gevormd’, zegt Carolien. ‘In onze proeftuinen hebben we aangetoond hoe belangrijk het is dat hulpverleners vanuit verschillende organisaties en expertises gezamenlijk met de cliënt één plan hebben. En hier ook de naasten van de cliënt bij betrekken. Als je een netwerk vormt om een cliënt heen, kom je vaak tot oplossingen die beter aansluiten bij de vraag en het leven van deze cliënt.’
Programmamanager IZA bij GGZ Oost Brabant
Een mooi voorbeeld van zo’n proeftuin is die van de Ruwaard in Oss. Daar hebben de verschillende partijen de Samenwerkwijze ontwikkeld die invulling geeft aan het netwerk om de cliënt heen. De centrale vragen die een hulpverlener met een cliënt of inwoner bespreekt, zijn: ‘ik wil, ik kan en ik heb nodig’. Deze methode leunt op het principe dat niet iedere vraag een zorgvraag betreft. En dat een cliënt zelf de maatschappij ook iets kan brengen. Als blijkt dat verschillende aanbieders betrokken zijn of moeten worden, wordt een Samenwerkwijze-gesprek met iedereen aan tafel georganiseerd, liefst bij de betreffende persoon thuis, en wordt samen een plan gemaakt.
Soms kan na één gesprek de helft van de woonkamer al vertrekken. Degenen die overblijven, maken direct afspraken en houden daarbij de zelfregie van een cliënt goed in de gaten. ‘Het is een voorbeeld van het verkennend gesprek, zoals het IZA voorschrijft’, zegt Carolien. Met transformatiegelden hoopt de regio deze methodiek verder uit te breiden en te verspreiden. Er worden opleidingen in gegeven. De methode is gecertificeerd via Movisie. ‘We zijn ooit klein begonnen en inmiddels heeft de aanpak zichzelf bewezen. Daar hebben we ook data over kunnen verzamelen. Het doel is nu om de Samenwerkwijze breed te implementeren.’
‘Het is een voorbeeld van het verkennend gesprek, zoals het IZA voorschrijft’
Cuijk aan de Maas
De regio van GGZ Oost Brabant kenmerkt zich door een groot geografisch gebied, met relatief grote reisafstanden, valt onder 2 zorgkantoorregio’s, een beperkt aantal aanbieders en een krapte op de arbeidsmarkt die relatief groot dreigt te worden door vergrijzing. GGZ Oost Brabant is betrokken bij 2 regioplannen en 3 transformatieplannen.
Nog een mooi voorbeeld van een succesvolle samenwerking in de regio om de zorg voor de toekomst goed, bereikbaar en betaalbaar te houden, is een initiatief in Helmond. Daar is het toekomstbestendig spoedzorg netwerk opgezet. Het ziekenhuis, de ggz, de huisartsen, de VVT’s, de zorgverzekeraars en de huisartsenposten bundelen daar de krachten om de spoedzorg anders te organiseren en zo toekomstbestendig te houden. ‘En dat doen we langs de as van drie principes’ legt Carolien uit. ‘In de eerste plaats proberen we spoed te voorkomen. Want voorkomen is altijd beter dan genezen. Het grootste effect verwachten we van preventieve activiteiten gericht op kwetsbare ouderen.
Daarnaast is lang niet alles wat mensen als acuut ervaren ook echt spoedzorg. Een deel van de spoedmeldingen die dagelijks binnenkomen, kan verantwoord worden omgebogen naar zelfzorg of naar reguliere hulp tijdens kantooruren. En tenslotte, als er wel een spoedvraag is, dan zorgen we dat deze zorg meteen op de juiste plaats georganiseerd wordt. Dit netwerk voorkomt vertraging, stress en capaciteitsproblemen. Het is een manier om kwalitatief hoogwaardige zorg te leveren. Er wordt samengewerkt en over de muren van de eigen organisaties of domeinen heen gekeken. Waardoor de druk op de spoedzorg vermindert. Dit soort successen willen we breder uitrollen en zo van het netwerk ook een lerend netwerk maken’.
Eén van de IZA-afspraken is dat in de regio’s samen plannen worden gemaakt voor zorgtransformaties. GGZ Oost Brabant vormt samen met huisartsen, ziekenhuis, thuiszorg, ggz, welzijnsorganisaties, gemeenten en zorgverzekeraar het regionale netwerk Mooi Maasvallei. Mooi Maasvallei werkt aan een transformatieplan waarin verschillende projecten van de afgelopen jaren worden gebundeld. Met de bedoeling om elkaar te versterken en de vraag naar zorg te verminderen door in te zetten op gezondheid en zelf- en samenredzaamheid.
‘Voorbeeld van twee initiatieven die we willen versterken en met elkaar verbinden, zijn het regionaal coördinatiecentrum en voorzorgcirkels’, vertelt programmaleider Vanessa Duterloo. ‘Het regionaal coördinatiecentrum is een digitaal systeem dat het mogelijk maakt dat mensen die bijvoorbeeld in het ziekenhuis terechtkomen, eerder terug kunnen naar hun eigen huis. Een wijkverpleegkundige kijkt mee naar hoe de zorg thuis georganiseerd kan worden en welke ondersteuning er nodig is vanuit het netwerk. Dankzij voorzorgcirkels kan deze ondersteuning worden geboden.
Een voorzorgcirkel bestaat uit mensen die in hun buurt of wijk in verbinding staan met elkaar. Een deel heeft een zorgvraag en anderen zijn nog gezond en actief. Ze helpen elkaar met iets praktisch, zoals een lampje indraaien of een boodschap doen. Of door via de app met een arts te praten. In ieder geval versterken ze elkaar.’ Carolien vult aan: ‘Zo zijn er meer dan 23 projecten met initiatieven voor specifieke doelgroepen. Met al die projecten samen hopen we de tsunami aan zorg die op ons afkomt en waar niet meer personeel voor is, enigszins af te zwakken’.
Programmaleider Mooi Maasvallei
Ook in Oost-Brabant staat de personeelskrapte hoog op de agenda. Is geld de oplossing? Carolien schudt van nee. ‘Als je de ggz een miljard extra zou geven dan zijn de wachtlijsten daar niet mee weg,’ zegt Carolien. ‘Er zijn niet meer zorgverleners. Dus je moet met elkaar op zoek naar andere, slimme oplossingen. In de regio zijn allerlei initiatieven en pilots die vanuit een bepaalde visie zijn ontstaan, al voor het IZA. Die hebben we zelf opgezet, voorgefinancierd en daar vragen we nu de transformatiemiddelen voor aan om door te ontwikkelen, op te schalen of structuur te kunnen inbedden.
Het is heel mooi om de bevestiging te zien in het IZA, dat we al op de goede weg zaten. Daardoor is er straks een stevige basis en intrinsieke motivatie bij professionals om deze initiatieven door te ontwikkelen. Maar transformatiemiddelen zijn tijdelijk geld en een investering om de zorg anders te organiseren. Om dit blijvend te maken, is het dringend nodig dat er naar regels, bekostiging en zelfs stelsels wordt gekeken door partijen als de Nederlandse ggz en de overheid. Anders valt wat we nu opbouwen met IZA-middelen straks als een kaartenhuis in elkaar.’
‘Als je de ggz een miljard extra zou geven dan zijn de wachtlijsten daar niet mee weg,’
‘We hebben in het IZA met alle branches commitment uitgesproken over de beweging. GGZ Oost Brabant investeert al jarenlang als regiopartner in het netwerk met woon-, welzijn- en zorgpartners, zorgverzekeraars en gemeenten. Met elkaar hebben we een traditie van domeinoverstijgende aanpak als één van de oplossingen voor de zorgkloof. Het is een complex vraagstuk: hoe kunnen we de zorg toekomstbestendig organiseren, wetende dat er sprake is van een toenemende zorgvraag door bevolkingsgroei en vergrijzing, waarvoor we niet meer personeel zullen hebben. De zorgkloof wordt dus steeds groter. Om goede zorg te kunnen blijven bieden en om de zorg toegankelijk te houden zullen we met elkaar op zoek moeten blijven naar duurzame en creatieve oplossingen, op alle niveaus: landelijk, regionaal en op casusniveau. Want als we het eenvoudig hadden kunnen oplossen, hadden we dat al lang gedaan.’
Fred Pijls, voorzitter raad van bestuur