Naar homepage

Systematische Aanpak Suïcidepreventie

“Opname bij suïcidaliteit kan veilig lijken maar behandeling in de weg zitten”

Onlangs vond alweer de tweede projectleidersbijeenkomst plaats van het project SAS GGZ, Systematische Aanpak Suïcidepreventie in de ggz. We vroegen Nicole Luijs en Ysolda Roeters, projectleiders SAS GGZ bij Arkin, om wat meer te vertellen over de aanpak van suïcidepreventie bij deze grote Amsterdamse instelling.

In deze tweede bijeenkomst adviseerde Stichting Aurora de projectleiders over het verbeteren van de samenwerking met naasten. 113 Zelfmoordpreventie presenteerde een overzicht van beschikbare behandelmethodieken. Dit om de deelnemende organisaties (naast Arkin ook GGZ Rivierduinen, GGZ Oost Brabant, GGzE en Pro Persona) te faciliteren in het gesprek binnen de eigen organisatie over de behandeling(en) die de organisatie al biedt, en voor welke methodieken in de nabije toekomst (aanvullend) gekozen zou kunnen worden.

Interne nulmeting

SAS GGZ heeft een vragenlijst ontwikkeld die ggz-organisaties inzicht geeft in welke mate mensen die in de organisatie cliëntcontact hebben zich bekwaam voelen in het toepassen van de bestaande richtlijn suïcidepreventie. Arkin is de eerste deelnemende organisatie die de vragenlijst intern heeft uitgezet. Projectleider Nicole Luijs: “Degene die de vragenlijst invult, toetst meteen ook in hoeverre hijzelf de richtlijn kent. De antwoorden op de vragenlijst gelden als nulmeting. Over een jaar of twee zetten we de vragenlijst opnieuw uit om te evalueren wat SAS GGZ heeft opgeleverd.” “Daarnaast”, vult collega en medeprojectleider Ysolda Roeters aan, “geeft de vragenlijst ons een beeld van de impact van suïcidaliteit op zorgprofessionals. Dat is waardevolle informatie voor het nazorgprogramma voor professionals dat we gaan opzetten.”

Noodzaak behandelvisie rond suïcide

Belangrijk bij de systematische aanpak van suicidepreventie is dat de organisatie beschikt over een gedragen visie op klinische opname bij suïcidaliteit. “Voor behandelaren is het van belang dat er gemeenschappelijk gedragen gedachtengoed is, aan de hand waarvan je kunt bepalen én uitleggen waarom je een cliënt met suïcidaliteit wel of niet opneemt”, lichten Nicole en Ysolda toe. “Een behandelaar kan op inhoudelijke gronden hoog-risicobeleid afwegen, waarbij de cliënt niet opgenomen wordt, bijvoorbeeld om diens autonomie te bevorderen. Er kan dan druk ontstaan vanuit de omgeving om een cliënt toch te laten opnemen. In de eerste plaats vanuit veiligheidsoverwegingen.

En ook wel vanwege de druk die een ambulante cliënt met suïcidaliteit op de zorgketen legt. Dat de problematiek van cliënten steeds zwaarder wordt vanwege lange wachttijden en er regionaal onvoldoende vrijwillige acute opnamemogelijkheden zijn speelt daarin mee. Maar opname is op zichzelf geen behandeling en kan de behandeling zelfs in de weg zitten. Juist om die reden is het belangrijk dat een behandelaar kan terugvallen op een breed gedragen visie op behandeling van suïcidaliteit en specifiek op opname. Vandaaruit hebben professionals een stevige basis om gemotiveerd te handelen, ook naar ketenpartners toe. Een heldere behandelvisie bij suïcidaliteit helpt in het verwachtingenmanagement richting eigen professionals en ketenpartners en zeker ook richting de cliënt en zijn naasten.”

Foto start SAS 07032024

Aandacht cultiveren

Suïcidepreventie stond al hoog op de agenda binnen Arkin – Arkin participeert net als de andere SAS GGZ-deelnemers ook in het Suïcide Preventie Actie Netwerk Supranet. De deelname aan SAS GGZ geeft die beweging een extra boost. Nicole en Ysolda: ”Om bewustwording rond suïcidepreventie te stimuleren moet je de aandacht voor het onderwerp intern echt cultiveren. De directe betrokkenheid van de raad van bestuur, de directeuren behandelzaken, de suïcidepreventiecommissie met vertegenwoordiging uit alle specialismen en diverse stafafdelingen zoals ICT, scholing en vastgoed, helpen daarbij enorm. We merken dat we steeds meer vragen vanuit de organisatie over suïcidepreventie krijgen. We zitten nu echt op een rijdende trein.”

Doelen SAS GGZ

SAS GGZ komt voort uit de Landelijke Agenda Suïcidepreventie. De doelen van SAS GGZ zijn het doorvoeren van systematische verbeteringen op het gebied van suïcidepreventie en het organisatie breed implementeren van de richtlijn suïcidepreventie* binnen ggz-organisaties. Ook richt SAS GGZ zich op het ontwikkelen van een lerend systeem waarin suïcidepreventie binnen de organisatie systematisch wordt verbeterd, én waarin best practices op het gebied van suïcidepreventie worden gedeeld tussen de deelnemende ggz-organisaties en daarbuiten. Aan SAS GGZ is wetenschappelijk onderzoek gekoppeld naar de effectiviteit van het implementeren van de richtlijn suïcidaal gedrag.

SAS GGZ loopt tot 1 januari 2026. Deelnemende ggz-organisaties zijn Arkin, GGZ Rivierduinen, GGZ Oost Brabant, GGzE, en Pro Persona.Voor meer informatie over suïcidepreventie bij Arkin: Nicole Luijs en Ysolda Roeters, beiden Kwaliteitsadviseur en projectleider SAS GGZ bij Arkin, nicole.Luijs@arkin.nlen ysolda.roeters@arkin.nl

*De richtlijn suïcidepreventie dateert uit 2012 wordt momenteel geactualiseerd.

Voor meer informatie over de inzet van de Nederlandse ggz op suïcidepreventie: Mieneke Kwist, netwerkcoördinator Mentale gezondheid, mkwist@denederlandseggz.nl.

Mieneke Kwist