Naar homepage
Vrouw op bank met tablet

Huidig model zorgvraagtypering niet toereikend

Publicatiedatum

De zorgvraagtypering in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) moet worden doorontwikkeld. Dat concludeert de Adviescommissie zorgvraagtypering ggz. Het huidige model is helaas nog niet geschikt om passende zorginkoop te bereiken, stelt de commissie in haar rapport aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

De veldpartijen in de ggz zijn teleurgesteld in de reactie van de NZa op hun advies. Dat zijn de psychiaters, psychologen, psychotherapeuten en instellingen. Er is hard gewerkt aan een advies waarmee we de bekostiging van de ggz beter kunnen laten aansluiten op de daadwerkelijke zorg. Met zijn allen concluderen we echter dat de huidige vorm van zorgvraagtypering nog niet bruikbaar is voor de inkoop van zorg. Zorgverzekeraars geven aan dat ze dit waar mogelijk willen doen, terwijl zorgaanbieders dat nog te vroeg vinden. Door nu te stellen dat er volgend jaar al financiële afspraken gemaakt kunnen worden met verzekeraars doet de NZa dat advies en de dagelijkse praktijk tekort.

Doorontwikkeling noodzakelijk

De zorgvraagtypering kan na aanpassingen mogelijk helpen bij afspraken over vergoedingen en gepast gebruik van zorg. Veldpartijen vinden dat belangrijk, want goede financiering zorgt ervoor dat kwetsbare mensen sneller hulp krijgen. Maar volgens de commissie maakt het model nog onvoldoende onderscheid tussen lichte en zware klachten. Hierdoor blijven we een risico op verkeerde financiering houden. De commissie adviseert daarom in 2026 en 2027 een eenvoudiger model te gebruiken. Dit moet beter aansluiten bij de werkelijke behandelkosten.

Ook moeten vergelijkbare zorgvraagtypen worden samengevoegd. De adviescommissie concludeert verder dat veldpartijen een verbeterd model voor zorgvraagtypering moeten ontwikkelen, dat dan met ingang van 2028 van kracht kan zijn. De wetenschap en overheidspartijen moeten daar vanaf de start bij betrokken zijn. Daarbij moet volgens de adviescommissie een verbeterd model ruimte bieden voor sectorspecifieke toeleiding. Naast inhoudelijke adviezen voor verbetering van het model roept de adviescommissie het ministerie van VWS op zo snel mogelijk te zorgen voor een helder wettelijk kader voor deze doorontwikkeling.

Heldere bestuurlijke afspraken nodig

Om in de toekomst aan de slag te kunnen met zorgvraagtypering, zijn duidelijke afspraken op bestuursniveau nodig. Daarmee voorkomen we met elkaar dat het model wordt ingezet voor doelen waarvoor het nog niet geschikt is. Tegelijkertijd moet er ook ruimte komen om de zorgvraagtypering te verbeteren. Tot 2028 kan nog gedeclareerd worden met informatie over diagnoses naast de code voor een zorgvraagtype. De commissie rekent erop dat de betrokken overheidspartijen deze tijd gebruiken om met inbreng uit de praktijk te komen tot een werkend bekostigingssysteem.

Over de Adviescommissie zorgvraagtypering ggz

Om tot een betere bekostiging voor de ggz te komen, is er door de NZa een adviescommissie in het leven geroepen. Namens de ggz zijn hierin vertegenwoordigd: de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), de Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & Psychotherapeuten (LVVP), Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN), het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie voor Universitair Medische Centra (NFU), MEERGGZ en de Nederlandse ggz. Verder zijn ook Zorgverzekeraars Nederland aangesloten en is, naast de NZa, Zorginstituut Nederland toehoorder.

Lees hier het volledige adviesrapport, de bijbehorende analyses en de reactie van de NZa op het advies deel 3.