Onbegrepen gedrag vraagt om vroegtijdige actie
- Publicatiedatum
Op tijd signaleren dat het niet goed met iemand gaat is essentieel. Zo kan iemand eerder de hulp of ondersteuning krijgen die nodig is. Afgelopen jaar kreeg de politie opnieuw meer meldingen van overlast door mensen met onbegrepen gedrag. Door deze kwetsbare mensen vroeg in beeld te hebben, kan eerder hulp worden geboden.
Van de 445.720 overlastmeldingen in 2024 gingen er 149.827 over iemand met onbegrepen gedrag. “Dat aantal is natuurlijk enorm hoog”, zegt voorzitter Ruth Peetoom namens de Nederlandse ggz.
“Het laat zien dat er veel mensen in de samenleving zijn die hulp nodig hebben omdat ze geen grip meer hebben op hun leven. Niet al deze mensen zijn een gevaar voor zichzelf of anderen. Soms hebben zij psychiatrische hulp nodig. Maar vaak gaat het om een combinatie van oorzaken. Dan spelen er bijvoorbeeld andere medische problemen, verslavingen maar ook dingen als een verbroken relatie of het verlies van je woning. Dat kan echt iedereen gebeuren.”
Vroeg melden betekent eerder passende hulp
Voorkomen is ook bij onbegrepen gedrag beter dan genezen. In 2020 is daarom het landelijk Meldpunt Zorgwekkend Gedrag gelanceerd. Een jaar later hadden ook alle gemeenten een lokaal of regionaal meldpunt waar mensen terechtkunnen als ze zich zorgen maken over het gedrag van iemand anders. In 2023 werden 16.500 meldingen doorgegeven via deze meldpunten.
“Dat is een enorm verschil met het aantal meldingen die de politie krijgt. Als er eerder signalen binnenkomen bij de meldpunten, kan ook sneller actie ondernomen worden”, vindt Peetoom. “Meer dan de helft van de mensen met onbegrepen gedrag is niet bekend bij de geestelijke gezondheidszorg. Een groot deel heeft hulp op een ander levensgebied nodig. Anderen vermijden zelf de zorg. Dan kan zogenoemde bemoeizorg heel zinvol zijn .”
Samenwerken voor meest kwetsbare groep
Uit eerdere cijfers bleek al dat een groot deel van de meldingen is terug te voeren op een relatief kleine groep mensen. Van die ongeveer 1.500 personen weten we dat incidenten elkaar steeds sneller opvolgen naarmate er sprake is van veelvuldig onbegrepen gedrag. Dat gebeurt vooral tijdens de eerste 20 incidenten. “Dit zijn mensen met vaak complexe en meervoudige problemen waar we in ons systeem van zorg en maatschappelijke ondersteuning niet zomaar een antwoord op hebben”, legt Peetoom uit.
“Samenwerking tussen alle partijen is daarom van het grootste belang. Door gezamenlijk onze verantwoordelijkheid te nemen en creatieve oplossingen te zoeken kunnen we als collectief deze mensen meer passende ondersteuning bieden. Dat doen we in de geestelijke gezondheidzorg al door met gemeenten, beschermd wonen en woningcorporaties aangepaste woonvoorzieningen te ontwikkelen. Dat kunnen bijvoorbeeld vormen van beschermd wonen zijn met extra begeleiding of woonvoorzieningen op het terrein van zorginstellingen waar mensen voor langere tijd kunnen blijven. Soms is dat voor de rest van hun leven, zodat zowel deze kwetsbare doelgroep als de samenleving tot rust komt.”