Ggz branche waarschuwt voor gevolgen zzp-wetgeving op continuïteit van ggz
- Publicatiedatum
De Nederlandse ggz heeft Kamerleden een brief geschreven met daarin haar zorgen over de impact van het opheffen van het ‘handhavingsmoratorium’ voor de wet DBA in januari 2025.
Deze wetgeving moet schijnzelfstandigheid bestrijden -iets dat de Nederlandse ggz van harte onderschrijft- maar er zitten veel onduidelijkheden aan. Mede daarom werd de wet al lange tijd niet gehandhaafd: een ‘handhavingsmoratorium’. Dat komt in januari 2025 ten einde.
Continuïteit van zorg
De Nederlandse ggz benadrukt de onzekerheden en risico’s die ontstaan voor de continuïteit van de zorg, omdat cruciale ggz-afdelingen sterk afhankelijk zijn van zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). De huidige wetgeving biedt onvoldoende duidelijkheid, en de nieuwe wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties (Vbar), die dit moet verhelpen, zal niet op tijd van kracht zijn.
Cruciale ggz beschermen
De Nederlandse ggz stelt dat het belangrijk is om schijnzelfstandigheid te bestrijden, maar dat de cruciale zorg, zoals de ggz, beschermd moet worden. Het hoge aandeel zzp’ers in de sector, vooral in cruciale functies zoals regiebehandelaren (denk aan psychiaters), maakt dat instellingen bij een striktere handhaving van de wet DBA zicht genoodzaakt voelen om over te gaan op duurdere detacheringsconstructies, afdelingen moeten afschalen of in extreme gevallen zelfs genoodzaakt zijn afdelingen te sluiten. Dit zou leiden tot onaanvaardbare risico’s voor de zorgcontinuïteit, wat vermeden moet worden.
Politiek signaal
In de brief klinkt een dringend beroep op de politiek om tijdens het debat te pleiten voor uitstel van handhaving of een aangepast handhavingsbeleid, in afwachting van de nieuwe wetgeving. De Nederlandse ggz vraagt de commissieleden specifiek om vragen te stellen over hoe de Belastingdienst kan bijdragen aan een werkbare overgangsperiode voor zorginstellingen, zodat de continuïteit van cruciale zorg niet in gevaar komt.