Kamer spreekt over drugspreventie en verslavingszorg
- Publicatiedatum
Op woensdag 29 maart debatteerde de Vaste Commissie voor VWS met minister Kuipers en staatssecretaris Maarten van Ooijen over drugspreventie en verslavingszorg.
De Nederlandse ggz schreef samen met Verslavingskunde Nederland een brief aan Kamerleden. Voornaamste punten: onze zorgen over gebrek aan interdepartementale samenwerking, een pleidooi voor evidence-based interventies op het gebied van verslavingspreventie en structurele financiering van preventie. In het debat werd diverse malen naar zaken uit de brief verwezen.
Gedeelde zorgen
Kamerleden delen het belang van een goede verslavingszorg en preventie van verslavende middelen zoals drugs, maar ook alcohol, tabak en gokken. Desgevraagd geven de bewindspersonen aan dat ze op die terreinen wel degelijk interdepartementaal werken, voornamelijk met Justitie en Veiligheid.
Een zorg die door Kamerleden wordt gedeeld is die van de relatief tekortschietende beschikbare financiële middelen voor preventie van verslavingen. Ook de staatssecretaris erkent dat hij het heeft te doen met de middelen die in de begroting zijn toegewezen (iets meer dan 1 miljard geeft hij desgevraagd uit aan verslavingszorg en drugspreventie), dat er in het coalitieakkoord niet meer ruimte voor is gemaakt en dat die middelen inderdaad vergeleken met die voor curatieve zorg in het niet vallen.
Nationaal rapporteur
De instelling van de nationaal rapporteur verslavingen wordt positief ontvangen door Kamerleden én bewindspersonen. De brief van de rapporteur, waarin de ‘zorgkloof’ (het feit dat het lang duurt voordat mensen die verslaving ontwikkelen ook daadwerkelijk verslavingszorg zoeken of ontvangen) aan bod kwam, wordt veel aangehaald. De staatssecretaris erkent dit. De rapporteur brengt volgens hem ook adviezen uit en op basis daarvan gaat VWS kijken wat er gedaan kan worden om die zorgkloof te beslechten.
LADIS
Over het Landelijke Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) zegt de staatssecretaris dat VWS die de komende maanden beter gaat maken. De kwaliteit van gegevens wordt verbeterd. Nieuwe softwareleveranciers kunnen gaan koppelen. In het najaar wordt de data uit 2016 tot en met 2022 ontvangen, dan kan hij ook iets zeggen over het beeld van de afgelopen 7 jaar. Zorginstellingen moeten dan volgens hem bij stichting IVZ wel aanleveren anders is de info niet voorhanden.
Normaliseren of de-stigmatiseren
Je ziet dat Kamerleden soms zoeken naar een juiste houding tussen destigmatisering enerzijds en het tegengaan van ‘normaliseren’ van drugsgebruik anderzijds. Verschillen tussen politieke opvattingen daarover komen dan bijvoorbeeld tot uiting rondom het onderzoeken of XTC gebruik gereguleerd zou kunnen worden. Los van deze traditionele verschillen tussen progressief/liberaal en conservatief gedachtengoed op dit terrein, was het verder een behoorlijk eensgezind -en daarmee wat vlak- debat.
Toezeggingen
De bewindspersonen hebben meerdere toezeggingen gedaan, waaronder:
- Er volgt de komende maanden een brief over de inzet van onderzoek naar medicinale cannabis;
- Voor de zomer zullen de bewindspersonen na overleg met de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over uitvoering van de motie Bisschop een update geven. Die gaat over een internationale campagne voor toeristen over de gevaren van drugs;
- Voor de zomer volgt een brief over aanbevelingen rondom het online aankopen van drugs en aspecten van criminaliteit;
- Voor de zomer volgt een update over het vervolg van de invoering van DIMS (monitoring van de drugsmarkt). Daarbij aandacht voor kosten en baten;
- In mei volgt een brief over lijst 0. In de Opiumwet gelden nu twee lijsten, lijst 1 met Hard Drugs en lijst 2 met ‘Soft Drugs’. Lijst 0 zou een plek zijn waar nog niet ingedeelde middelen kunnen verschijnen zodat daar toch bepaalde maatregelen tegen kunnen worden genomen. Denk aan designerdrugs: door de grofmazigheid van lijst 1 en 2 ontlopen die lange tijd maatregelen. Lijst 0 zou dat kunnen bestrijden.
Het volledige debat is hier terug te vinden.
Kamerlid Mohandis (PvdA) heeft een tweeminutendebat aangevraagd. Dat betekent dat Kamerleden nog moties zullen indienen over dit onderwerp op een later moment. Uiteraard volgt de Nederlandse ggz dit op de voet.