Akkoord over aanvullende loonsverhoging ggz
- Publicatiedatum
Branchevereniging de Nederlandse ggz heeft ingestemd met een aanvullende loonsverhoging op de lopende cao ggz. Ook de vakbonden FNV, CNV, NU’91 en FBZ hebben hiermee ingestemd. Ruth Peetoom, voorzitter van de Nederlandse ggz: “De ruim honderdduizend medewerkers hebben net als alle Nederlanders te maken met de gevolgen van de inflatiestijging. Dat was de reden om de loonafspraken in de lopende cao aan te passen. Goed dat dit nu ook is gelukt.”
De cao van de ggz-sector loopt weliswaar tot 1 januari 2025, maar de leden van de Nederlandse ggz vonden dat niet tot die tijd kan worden volstaan met de in 2021 in de cao ggz vastgelegde loonontwikkeling gezien de stevige inflatie en prijsstijgingen. Maar dit akkoord heeft ook een keerzijde, vervolgt Peetoom. “Een aantal van onze leden is een flinke stap verder gegaan dan hun huishoudboekje strikt genomen toelaat. De consequentie is dat de financiële situatie van ggz-aanbieders, en daarmee een gezonde bedrijfsvoering, verder onder druk komt te staan. Die staat bij veel leden al onder druk door de gevolgen van de invoering van het nieuwe bekostigingssysteem - het zorgprestatiemodel -, het hoge ziekteverzuim, de toegenomen kosten van zzp’ers en de gestegen (energie)prijzen. Het blijft een duivels dilemma: als werkgever heb je een warm hart en waardering voor de medewerkers en tegelijkertijd de verantwoordelijkheid de organisatie financieel gezond te houden in het belang van de zorg voor cliënten.”
Financiers moeten verantwoordelijkheid nemen
De sector doet dan ook een oproep aan zorgverzekeraars, zorgkantoren, forensische zorg-inkooporganisatie DJI en gemeenten, aldus Peetoom. “Het is nu helemaal van belang dat financiers zich houden aan de afspraken die zijn gemaakt in het integraal zorgakkoord en de beschikbare loonruimte via de contractering ook daadwerkelijk inzetten in de ggz. Maar ook is noodzakelijk dat zij tot aanpassing overgaan als er bijvoorbeeld langlopende contracten zijn afgesloten waar met deze loonsverhoging geen rekening is gehouden.” De financiers moeten ggz-aanbieders daarnaast tegemoet komen voor de gestegen (energie)prijzen en extra kosten van PNIL en ziekteverzuim. Alleen dan kunnen organisaties financieel gezond blijven en gaat de loonsverhoging niet ten koste van diezelfde medewerkers.
Akkoord extra loonsverhoging
Medewerkers in de ggz krijgen per:
- 1 november 2023 5 procent erbij, maar ten minste € 150,- en ten hoogste € 300,- per maand
- 1 augustus 2024 een eenmalige uitkering van 1 procent van het jaarsalaris
- 1 december 2024 4 procent erbij, maar ten minste € 120,- en ten hoogste € 240,- per maand
Dit is bovenop de al afgesproken 2 procent per 1 mei 2023 en 2 procent per 1 januari 2024.
Oproep aan minister Helder voor half miljard blijft staan
Onze oproep aan minister Helder blijft staan om een half miljard euro vrij te maken om de loonkloof voor de ggz te dichten. Al jaren staat het salaris van medewerkers in de ggz (en overigens geldt dat voor de hele zorg) op grote afstand van andere sectoren. In het advies ‘Aan de slag voor de zorg’ van de Sociaal Economische Raad (SER) uit 2021 is berekend dat de lonen in de zorg zo’n 9 procent achterliggen op de lonen in de marktsector, vooral de middengroepen in de zorg lopen nog steeds flink achter. Peetoom: “Om toegankelijkheid en beschikbaarheid van geestelijke gezondheidszorg op peil te houden is deskundig personeel cruciaal. We moeten medewerkers voor de ggz dus kunnen aantrekken en behouden. Daarvoor is -naast onze rol om een aantrekkelijke werkgever te zijn- het dichten van de loonkloof belangrijk. Maar instellingen kunnen dat niet alleen betalen en met de extra loonruimte wordt nu alleen voorkomen dat de relatieve achterstand groter wordt. Hulp van de minister blijft hard nodig.”