Nieuwe wetgeving werkgebonden personenmobiliteit
Wat is nodig om je hierop voor te bereiden? Overzicht van een aantal veelgestelde vragen over de rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM).
Voor wie geldt de wetgeving werkgebonden personenmobiliteit?
Zorgorganisaties met meer dan 100 werknemers zijn vanaf 1 juli 2024 verplicht om jaarlijks gegevens aan te leveren over woon-werkverkeer en over alle zakelijke ritten waarvoor de werknemer een financiële vergoeding ontvangt, of waarvoor aan de werknemer een vervoermiddel ter beschikking is gesteld. Dit betekent dat zorgorganisaties met meer dan 100 werknemers vóór 30 juni 2025 moeten rapporteren over het aantal gereisde autokilometers van 2024, uitgesplitst naar soort brandstof. Daarnaast moeten zorgorganisaties ook aangeven of het om woon-werkverkeer of zakelijke ritten gaat. De rapportageplicht is uitgesteld van 1 januari naar 1 juli 2024. Meer informatie hierover vind je op de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Waarom wetgeving?
De wetgeving werkgebonden personenmobiliteit is een uitwerking van het Klimaatakkoord met als doel om in 2030 1,5 megaton CO2-winst te behalen. Het is belangrijk dat ook zorgorganisaties hun bijdrage leveren aan de opgave om onze samenleving te verduurzamen. Uit cijfers blijkt dat circa 20 procent van de milieu-impact van ggz-organisaties wordt veroorzaakt door mobiliteit van zowel cliënten als medewerkers. Daarom is het verduurzamen van de mobiliteit ook één van de onderwerpen in de uitvoeringsplannen van de Green Deal.
Welke gegevens moeten zorgorganisaties aanleveren?
Per type vervoer (auto, motorfiets, bromfiets/scooter, fiets/lopen en OV) en per type brandstof (diesel, benzine, hybride en elektrisch) moet het totaal aantal kilometers dat alle werknemers samen in een jaar reizen gerapporteerd worden. Zorgorganisaties moeten rapporteren over zowel zakelijk vervoer als woon-werkverkeer. Bij zakelijk vervoer wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Lease en/of eigen wagenpark: bedrijfswagens en/of leaseauto’s. Het kan hierbij ook om motorfietsen, bromfietsen en (elektrische) fietsen gaan.
- Mobiliteitsdiensten: dit gaat bijvoorbeeld om het openbaar vervoer, deelauto of deelfiets.
- Declaraties: dit gaat om zakelijke kilometers die werknemers voor eigen rekening hebben gemaakt en waarvoor ze achteraf een declaratie indienen.
Na het rapporteren wordt de CO2-uitstoot automatisch berekend aan de hand van de jaarkilometers.
De Nederlandse ggz vindt het belangrijk dat zorgorganisaties aan de slag gaan met het verduurzamen van de mobiliteit. Tegelijkertijd heeft de Nederlandse ggz samen met andere zorgbranches vanuit de Green Deal Duurzame Zorg in brieven aan verschillende ministeries meermaals aandacht gevraagd voor de toename van administratieve lasten voor het aanleveren van gedetailleerde mobiliteitsgegevens. Toch is besloten dat ook zorgorganisaties aan deze wetgeving moeten voldoen.
Hoe verzamel je de gegevens?
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft de handreiking Gegevensverzameling voor werkgebonden personenmobiliteit ontwikkeld om organisaties op weg te helpen bij het verzamelen van de benodigde gegevens. Zorgorganisaties kunnen de jaarkilometers per type vervoer en per type brandstof invoeren in het digitale formulier van de RVO.
Wat is het doel van de wetgeving?
Als organisaties op koers liggen, blijft het bij rapporteren. Als dat niet zo is, zijn organisaties vanaf 2026 verplicht om slimmer en zuiniger te rijden. Tot 2026 geldt geen norm voor individuele werkgevers. In plaats daarvan geldt een tussentijds collectief emissieplafond. Dit emissieplafond is nog niet vastgesteld. Als de CO2-emissie onder het plafond blijft, volgen nieuwe collectieve afspraken voor de jaren tot 2030. Komt de CO2-uitstoot boven het vastgestelde plafond uit, dan volgt vanaf 2026 alsnog een verplichte norm voor individuele werkgevers. Als hiervan sprake is, bedraagt die individuele, wettelijke norm 96 g CO2 per reizigerskilometer. Voor woon-werkverkeer is nog geen emissiegrenswaarde vastgesteld omdat dit deels plaatsvindt in de privésfeer van de werknemer.
Is er ook ondersteuning beschikbaar voor zorgorganisaties?
In de provincies kunnen meerdere regionale werkgeversnetwerken helpen bij het verduurzamen van de mobiliteit. Hieronder staat een overzicht van ondersteuningsorganisaties die in de verschillende werkgebieden een gratis mobiliteitsscan aanbieden. Een mobiliteitsscan geeft een overzicht van waar een zorgorganisatie nu staat met de CO2-uitstoot van woon-werkverkeer en geeft inzicht in het effect van verschillende verduurzamingsmaatregelen. Deze demo van Goedopweg geeft een duidelijk beeld van de informatie die een mobiliteitsscan kan opleveren.
Overzicht ondersteuningsorganisaties voor mobiliteit
- Amsterdam: Samen Bouwen aan Bereikbaarheid
- Brabant: Brabant Mobiliteitsnetwerk
- Brabant en Limburg: SmartwayZ.NL
- Drenthe: Drenthe reist Duurzaam
- Friesland: Werk Slim Reis Slim
- Gelderland: Slim & Schoon Onderweg
- Groningen: Groningen Bereikbaar
- Noord-Holland en Flevoland: Breikers
- Noord-Limburg: Trendsportal
- Midden-Limburg: Midden Limburg Bereikbaar
- Zuid-Limburg: Zuid-Limburg Bereikbaar
- Overijssel: Overijssel Onderweg
- Utrecht: Goed op weg
- Zuid-Holland: Zuid-Holland Bereikbaar
Kun je de mobiliteitsscan ook gebruiken om te rapporteren over woon-werkverkeer?
Om de mobiliteitsscan uit te voeren zijn data nodig over het woon-werkverkeer. Afhankelijk van de gekozen methode voor de gegevensverzameling, is het ook mogelijk om de mobiliteitsscan te gebruiken als rapportage voor de wetgeving.
In de handreiking Gegevensverzameling voor werkgebonden personenmobiliteit worden twee methoden toegelicht om gegevens te verzamelen voor het woon-werkverkeer: ritregistratie of een enquête. Voor het bepalen van de jaarkilometers voor woon-werkverkeer kun je afwijken van deze twee methoden. Het is echter belangrijk dat zorgorganisaties daarbij kunnen aantonen dat de gegevens juist zijn.
Gegevens voor de mobiliteitsscan kunnen onder andere verzameld worden door het uitvoeren van een enquête. Vraag een voorbeeldenquête aan via ondersteuningsorganisaties, zoals de 2-minutenscan van Goedopweg. Houd voor het uitvoeren van een enquête rekening met de betrouwbaarheid van de uitkomsten. De enquête heeft een bepaalde respons nodig om te kunnen stellen dat de gegevens representatief zijn voor de hele organisatie. Het is dus zaak om goed te checken of de gegevensverzameling van de mobiliteitsscan aansluit bij de voorwaarden in de rapportageplicht (zie hoofdstuk 6 van de handreiking Gegevensverzameling voor werkgebonden personenmobiliteit).
Let op! De mobiliteitsscan geeft vaak de CO2-uistoot van woon-werkverkeer. Voor de rapportage over werkgebonden personenmobiliteit kun je de CO2-uitstoot niet invoeren, alleen de jaarkilometers. De CO2-uitstoot berekent het digitale formulier van de RVO zelf op basis van de ingevoerde jaarkilometers per vervoermiddel en brandstoftype.
Aan de slag met het verduurzamen van mobiliteit
Zorgorganisaties kunnen zelf bepalen welke maatregelen worden getroffen om mobiliteit te verduurzamen. Bijvoorbeeld door een thuiswerkregeling voor kantoormedewerkers, stimuleren of aanschaf van elektrische fietsen voor ambulante teams, of vernieuwen van het wagenpark. Milieuplatform Zorgsector (MPZ) heeft een Draaiboek duurzame mobiliteit ontwikkeld waar verschillende maatregelen in worden uitgewerkt. Voor leden van MPZ is ook een Format duurzaam mobiliteitsbeleid beschikbaar, waarin diverse concrete maatregelen opgesomd worden die als format dienen om een eigen mobiliteitsbeleid te ontwikkelen.
Waar kan ik meer informatie vinden?
Meer informatie over de wetgeving werkgebonden personenmobiliteit en het aanleveren van de juiste gegevens staat in deze handreiking en op de website van de RVO.
Inspirerende voorbeelden en concrete informatie over het verduurzamen van mobiliteit vind je op de website Zo Werkt Het.