Naar homepage

Drempels wegnemen om jongeren in crisis thuis te behandelen

Een jongere die in een ernstige psychische crisis terecht komt is voor alle betrokkenen een heftige ervaring. Zeker tijdens de coronacrisis kwamen steeds meer jongeren in de problemen met suïcidale klachten, ernstige eetproblemen en angststoornissen. De ervaring leert dat jongeren en hun gezin sneller tot rust komen en herstellen als ze thuis geholpen kunnen worden. Maar het systeem van financiering en verschillende regels werpen drempels op. Ook voor de coronacrisis wordt er in de ggz ondanks barrières hard gewerkt aan crisishulp die opname zoveel mogelijk voorkomt. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? En hoe kan die succesvolle behandelpraktijk, ook na corona, landelijk beter uitgerold worden?

Dát jongeren het beste in hun thuissituatie kunnen herstellen, is inmiddels een breed omarmd uitgangspunt. Maar hóé jongeren het beste behandeld kunnen worden in hun vertrouwde omgeving, daarover wordt continu nagedacht. FACT en IHT zijn twee intensieve behandelvormen voor psychiatrische stoornissen die voortdurend worden aangescherpt op basis van ervaring en de nieuwste wetenschappelijke inzichten.

Pierre Herpers is jeugdpsychiater en manager behandelzaken van het intensief behandelcentrum Jeugd bij de Nijmeegse instelling Karakter. Zijn instelling werkt al meer dan zeven jaar met de behandelmethode Intensive Home Treatment (IHT).

Waarom werkt thuis behandelen beter? “Als je een jongere opneemt, dan geef je de boodschap: je kunt het niet thuis. Lees: je kunt het niet zelf”, vertelt Herpers. “Een opname maakt afhankelijk. Dat geldt zeker voor een doelgroep waarvoor onafhankelijk worden een uitdaging is.” Natuurlijk is het spannend om een jongere thuis te laten als hij aangeeft suïcidale gedachten te hebben, stelt Herpers. Een gesloten deur, een dak boven het hoofd en allemaal professionals in de buurt; dat geeft wellicht een iets geruststellender beeld. “Je zult er dus voor moeten zorgen dat je de hulp thuis goed organiseert. Het vraagt wat van de medewerkers en van de flexibiliteit van je organisatie.”

Soms, als er zich een acute situatie voordoet, wordt bovenop de intensieve thuisbehandeling toch een klinische behandeling voorgesteld, High & Intensive Care (HIC). Herpers: “De familie wordt intensief betrokken bij de behandeling. Zo zorg je ervoor dat de jongere zich niet meer alleen voelt. Je zoekt de verbinding met elkaar.”

Jeugd in een kring

IHT versus FACT

Waar IHT kortdurend is – tot zo’n vier maanden – en gericht is op jongeren in crisissituaties, is de zorgvorm Flexible Assertive Community Treatment (FACT) langdurig en sterk gericht op het weer zo goed mogelijk functioneren in de maatschappij. Anne Oosterling is psychiater bij Karakter en werkt met FACT.

In de FACT-behandeling is het essentieel om samen te werken met netwerkpartners. “Daar zit een groot en belangrijk deel van het werk, om de samenwerking te zoeken met het ‘voorveld’”, stelt Oosterling. “Wij als ggz-instelling kunnen een deel van het probleem oplossen, maar ook de school en het wijkteam hebben een belangrijke rol.” Ze weet dat er inmiddels veel FACT-teams een informeel netwerk hebben gebouwd, lokaal en over de domeinen. Zo wordt intensief samengewerkt met scholen, wijkteams, wijkagent en jeugdbescherming. Niet alleen voor behandeling, maar ook in het voorkomen van een crisis.

Vroegsignalering

Douwe Nauta is verpleegkundig specialist bij Verslavingszorg Noord-Nederland. Hij merkt dat de participatie in de FACT-teams in zijn regio zijn vruchten afwerpt. Nauta komt jongeren op het spoor die normaal gesproken niet snel op de radar van de hulpverlening zou komen. “Het zijn jongeren die zich door hun leeftijd steeds nadrukkelijker buiten het gezin plaatsen”, vertelt Nauta. “Doordat wij als verslavingszorg steeds gebiedsgerichter werken, en meer inzetten op vroegsignalering, krijgen wij jongeren eerder in het vizier. Daardoor kunnen we tijdig ondersteuning inzetten, waardoor zwaardere hulp kan worden voorkomen.” Deze jongeren kunnen in aanmerking komen voor een IHT- of FACT-traject. Of andersom, Nauta krijgt ook jongeren voor een specialistische poliklinische verslavingsbehandeling. “Wij zien het als een totaal zorgaanbod, met specialismes die elkaar aanvullen”.

Efficiënt en flexibel

Volgens Nauta heeft een dergelijke samenwerking ook effect op de inzet van zorgprofessionals. “Je kunt efficiënter werken, omdat er achtervang is, en een goed alternatief.” Naast efficiënt wordt de hulpverlening ook een stuk flexibeler, vindt Anne Oosterling. “Soms hebben we een intake voor een FACT-traject. Maar tijdens het verhelderen van de hulpvraag komen we erachter dat we een IHT-traject beter vinden passen. We kunnen dan achter de schermen snel schakelen en het gezin doorverwijzen.”

Drempels in de samenwerking

Tijdens de coronacrisis staan de FACT en IHT-teams in bepaalde regio’s zwaar onder druk waardoor jongeren moeten worden afgewezen. Veronique Esman, directeur van de Nederlandse ggz: “We onderhouden een fijnmazig netwerk met leden die jeugdhulp aanbieden: sinds september hebben we uitvragen gedaan bij onze leden, en de signalen werden steeds zorgelijker. De toeloop was zo groot dat kinderen en jongeren in crisis niet meer goed geholpen konden worden. Dat kwam ook vaak in het nieuws, een moeder vertelde in Nieuwsuur dat ze haar zoon net op tijd had kunnen weerhouden van een suïcidepoging. Dat maakte enorme indruk. In de probleemanalyse kwamen budgetplafonds, administratieve vereisten en geld om extra inzet te plegen als grote problemen naar boven. Maar ook een goed cijfermatig inzicht bleek een probleem. Gelukkig maakte het Kabinet extra geld vrij. Daar kunnen we stappen mee zetten. Maar als we (crisis)hulp duurzaam willen regelen zou het enorm helpen als de wetgeving zo wordt aangepast dat passende financiële arrangementen samenwerking makkelijker maken zodat we jongeren zo min mogelijk hoeven op te nemen. En dat moet dan zo dat instellingen niet nog meer bezig zijn met regels, aanbestedingen en contractonderhandelingen. Zodat kinderen zo snel mogelijk geholpen kunnen worden in hun eigen omgeving.